Home Nieuws Bedrijfsopvolgingsfaciliteit
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

Ook privévermogen valt onder de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten volgens Rechtbank Breda

Op 13 juli 2012 heeft Rechtbank Breda geoordeeld dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (BOF) voor de schenk- en erfbelasting ook van toepassing zijn op vermogen dat niet als ondernemingsvermogen kwalificeert. Met als gevolg dat nu ook een vrijsteling kan worden verkregen van minimaal 83% van privévermogen voor de schenk- en erfbelasting. Als de uitspraak standhoudt, zou dit een forse korting op de belasting kunnen opleveren.

BOF
De BOF houdt in dat onder bepaalde voorwaarden een deel van de waarde van een geschonken of vererfde onderneming niet wordt belast met schenk- of erfbelasting. De BOF is vanaf het moment van invoering in 1998 steeds verder verruimd waardoor geërfd of geschonken ondernemingsvermogen fiscaal zeer gunstig wordt behandeld ten opzichte van niet-ondernemingsvermogen (privévermogen). Vanaf 2010 is de eerste 1.006.000 Euro (cijfers 2012) voor 100% voorwaardelijk vrijgesteld, het meerdere voor 83%.

De zaak
In de procedure verkreeg een man in 2007 als enig erfgenaam diverse vermogensbestanddelen uit de nalatenschap van een gewezen landbouwer. Deze had zijn onderneming in 2004 gestaakt en sindsdien de landbouwgronden verpacht aan zijn erfgenaam. Er was geen sprake van ondernemingsvermogen voor de BOF. De erfgenaam stelde echter dat hij op grond van het gelijkheidsbeginsel ook recht had op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit en dat dus sprake was een ongeoorloofde discriminatie.

Discriminatoir?
De rechtbank honoreert de grief van belanghebbende dat sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel.
De oorspronkelijke bedoeling van de BOF was dat een vrijstelling van ondernemingsvermogen zou helpen voorkomen dat voortzetting van de onderneming door het heffen van successierecht zou worden belemmerd.
Naar het oordeel van de rechtbank is door de alsmaar verruimde faciliteit sprake van een begunstiging van ondernemingsvermogen ten opzichte van privévermogen die veel verder gaat dan ook maar enigszins redelijk is gezien het oorspronkelijk met het onderscheid beoogde doel. Het gegeven dat bijvoorbeeld voor de toepasbaarheid van de BOF niet relevant is of er onvoldoende liquide middelen voorhanden zijn om de belasting te betalen, maakt de BOF onaanvaardbaar discriminatoir.
Belanghebbende hoeft dus volgens de rechtbank over een groot deel van zijn verkrijging geen successierecht te betalen.

Het vervolg
De Belastingdienst gaat in hoger beroep en het ministerie van Financiën staat open voor sprongcassatie zodat de zaak direct wordt voorgelegd aan de Hoge Raad. Inmiddels zijn er ook Kamervragen gesteld over de gevolgen van de uitspraak. Het laatste woord is nog niet gezegd.

Belang voor de praktijk
Zowel voor de toepassing van de BOF bij vererving van privévermogen als bij schenking van privévermogen is de uitspraak van belang. Maak daarom ter behoud van rechten tijdig bezwaar tegen recente aanslagen erf- of schenkbelasting.


7/8/2012